Algemeen

Samenvatting

Voor u ligt de programmabegroting 2022-2025. De basis voor deze programmabegroting is het collegeprogramma 2018-2022 "Samen handen uit de mouwen".
De programma’s zijn in zowel inhoudelijk als financieel opzicht overzichtelijk door het opnemen van speerpunten per programma. Deze zijn gebaseerd op het collegeakkoord en de door uw raad vastgestelde beleidsnota's. Per programma zijn op product-activiteit niveau de meerjaren baten en lasten inzichtelijk, alsmede de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

Overzicht structureel en incidenteel begrotingssaldo

Bedragen * €1.000

2022

2023

2024

2025

Incidenteel begrotingssaldo

68

2

38

112

Structureel begrotingssaldo

-67

-127

-181

24

Saldo begroting 2022-2025

1

-126

-143

135

In de tabel zijn structureel en incidenteel saldo separaat weergegeven. De beoordeling voor de goedkeuring door de provincie wordt gebaseerd op het structurele saldo, waarbij wordt meegewogen dat de algemene reserve niet grotendeels ter dekking van het incidentele saldo wordt gebracht. Dat betekent dat niet alleen naar de structurele begrotingssaldi moet worden gekeken, maar dat ook de incidentele saldi zullen moeten worden aangepakt om te voorkomen dat deze ten laste van de algemene reserve komen.
Het “saldo begroting 2022-2025” is de eindconclusie van het proces van de totstandkoming van de begroting. In het vervolg van deze samenvatting nemen we u mee in het verloop van het saldo sinds de Perspectiefnota 2022. De organisatie heeft na de Perspectiefnota 2022 een verdiepingsslag gemaakt op verschillende onderdelen hetgeen geresulteerd heeft in het stuk Contouren Begroting 2022. De Contouren Begroting 2022 is tijdens de raadsvergadering van 30 september 2021 echter van de agenda gehaald vanwege de positieve uitwerking van de september circulaire. De financiële gevolgen van de verdiepingsslag zijn derhalve niet vastgesteld door de raad en vind u, financieel en tekstueel uitgelegd,  terug in deze programmabegroting bij de verschillende programma’s.    
Het totaalsaldo is in 2022 en 2025 positief, en laat voor de jaren 2023 en 2024 een tekort zien. Daarmee blijft het toezicht van de Provincie repressief.
Personeelsbegroting: Vanaf de Perspectiefnota 2022 heeft er een intensieve verdieping plaatsgevonden op de personeelslasten. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe toekomstbestendige personeelsbegroting, welke gebaseerd is op de realiteit. De personeelslasten worden aan verschillende producten en programma’s toegerekend. In de begroting 2022 treft u daarom 2 posten aan bij verschillende programma’s. Dit betreft het vervangen van de oude personeelsbegroting en het wijzigen naar de nieuwe personeelsbegroting. De omschrijving is bij alle posten hetzelfde en financieel geduid. Het betreft hier dus het vervangen van de oude personeelsbegroting voor de nieuwe personeelsbegroting, waarbij tevens rekening is gehouden met een actuelere toerekening van deze kosten.

Totaaloverzicht verloop begrotingssaldo

*1000

2022

2022

2024

2025

Primaire begroting

-392

42

45

45

Mutaties Berap I

-132

-133

-133

-133

Mutaties Berap II

6

46

66

86

Begrotingssaldo na Berap I en II

-518

-45

-22

-2

 Begroting 2022- 2025

Nieuw beleid

20

20

20

20

Bestaand beleid

-32

-599

-601

-801

Autonome ontwikkelingen

765

399

361

818

Totaal gevolgen begroting 2022 - 2025

753

-180

-220

38

Begrotingssaldo 2022

236

-225

-242

36

Toelichting bij de tabel:
Primaire begroting, mutaties Berap I en II
De basis van de berekeningen is de primaire begroting, de financiële stand van zaken van begin 2022. Daaraan worden de mutaties van de eerste en tweede bestuursrapportage (Berap I en II) toegevoegd.
Begrotingssaldo perspectiefnota

Begin juli is de perspectiefnota 2022  besproken in de raad tijdens een commissievergadering. In vervolg hierop heeft de raad op 8 juli 2021 de perspectiefnota 2022 ter kennisgeving aangenomen. Reden hiervoor was onder meer dat de perspectiefnota op een aantal punten nog niet helder genoeg was. Daarnaast was nog een verdiepingsslag nodig om in beeld te brengen wat de werkelijk te verwachte meerjarige kosten zijn voor de domeinen (sociaal – fysiek) en andere organisatieonderdelen (dienstverlening – ondersteuning – bedrijfsvoering).
De raad heeft het college dan ook opdracht gegeven om benodigde bijstellingen en alternatieven nader uit te werken, zowel financieel als inhoudelijk en in september een voorstel voor te leggen (ter besluitvorming) aan de raad. Tijdens het zomerreces is gewerkt aan een verdieping en zijn alle kosten en budgetten nauwgezet in beeld gebracht. Deze verdieping heeft geresulteerd in de contouren voor de meerjarenbegroting 2022 – 2025.

Vanwege de positieve uitwerking van de september circulaire op de meerjarenbegroting, is tijdens de raadsvergadering van 30 september 2021 besloten om de Contouren Begroting 2022 niet verder te behandelen en daarmee ook niet vast te stellen.
Structurele doorwerkingen BerapI en II
De eerste en tweede bestuursrapportage (Berap I en II) beschrijft de financiële ontwikkeling van het lopende jaar 2021. Deze ontwikkeling heeft deels gevolgen voor de financiën in de komende jaren. De structurele doorrekening van de financiële ontwikkelingen naar de toekomst heeft een positief effect op het saldo.
De verklaring hiervoor is voornamelijk gelegen in de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein.
September circulaire

Op basis van de septembercirculaire 2021 is de hoogte van de algemene uitkering berekend voor de jaren 2022 tot en met 2025.
Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren 2022-2025, welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2021 met een eventuele bijstelling van de beginstand.
De algemene uitkering kent mutaties waar ook uitgavenbudgetten tegenover staan en het vrij besteedbare deel. Hier wordt ingegaan op alleen het vrije deel, vanwege het positieve resultaat hiervan op het begrotingssaldo.
Mutatie algemene uitkering (vrij besteedbaar deel)
In onderstaand overzicht worden de belangrijkste oorzaken van deze mutatie inzichtelijk gemaakt.

Verklaren effect op algemene uitkering

2022

2023

2024

2025

Ontwikkeling uitkeringsbasis

46

45

40

42

Hoeveelheidverschillen

239

164

169

174

Ontwikkeling accres

304

342

350

398

Lagere apparaatskosten/opschalingskorting

140

0

0

0

Bijstelling beginstand begroting

-97

-44

-23

-4

Totaal van de mutaties

632

507

536

610

Ontwikkeling uitkeringsbasis
Door de bijstellingen van de aantallen vindt er bij iedere circulaire een aanpassing van de uitkeringsfactor plaats. Er is sprake van mutaties van de landelijke aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden, WOZ-waarden enzovoort. Omdat het te verdelen totaalbedrag gelijk blijft, zal bij een stijging van de aantallen de uitkeringsfactor dalen.
De ontwikkeling van de rijksvolumina bij de maatstaven geven aanleiding de uitkeringsfactor te verhogen.
Hoeveelheidsverschillen
Naast de mutaties in de algemene uitkering die worden veroorzaakt door wijzigingen in de maatstafgewichten en de wegingsfactoren als gevolg van beleidsmatige maatregelen, wordt een deel van de mutatie veroorzaakt door mutaties in de door de gebruiker ingebrachte basisgegevens.
Dit leidt voor Landsmeer tot een voordeel.
Ontwikkeling accres
De voeding van het gemeentefonds als gevolg van de methode ‘samen de trap op en samen de trap af’ wordt het accres genoemd.
In deze circulaire zijn de accressen in alle jaren vanaf 2022 opwaarts bijgesteld. Dat is voor 2022
€ 583 miljoen, 2023 € 67 miljoen, 2024 € 16 miljoen, 2025 € 91 miljoen en 2026 € 103 miljoen. Deze bedragen werken structureel en cumulatief door.
In alle jaren zijn de hogere accressen volgens de circulaire het gevolg van hogere loon- en prijsontwikkeling dan tot nu toe aangenomen. Ook in de jaren na 2022 is het accres opwaarts bijgesteld als gevolg van uitgaven klimaatmaatregelen, compenseren gedupeerden van de kinderopvangtoeslag, zorg en de EU-afdrachten.
Lagere apparaatskosten/opschalingskorting
Het kabinet heeft besloten de oploop van de opschalingskorting voor gemeenten in het jaar 2022 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 270 miljoen in 2022.
De opschalingskorting is vanaf 2015 meerjarig ingeboekt tot een eindbedrag van € 975 miljoen. Eerder werd voor de jaren 2020 en 2021 de korting al incidenteel teruggeboekt voor € 70 en € 90 miljoen. Daar wordt nu jaar 2022 aan toegevoegd tot een bedrag van € 110 miljoen. Deze bedragen cumuleren tot € 270 miljoen. Volgens huidige inzichten wordt dit laatste bedrag overigens weer aan de korting 2023 toegevoegd om weer aan het structurele bedrag te komen.

Autonome begrotingsmutaties
Een aantal ontwikkelingen sinds het opstellen van de perspectiefnota leidt er toe dat het saldo wordt beïnvloed. Dit is mede het gevolg van de verdiepingsslag die het college heeft uitgevoerd. In deze mutaties zijn verschillende posten verwerkt welke zijn terug te vinden in de verschillende programma’s.  Ook de stijging van de salariskosten en de pensioenen als gevolg van de op handen zijnde CAO, maar ook als gevolg van de verdiepingsslag, is hierin verwerkt. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt dit laatste toegelicht.
Als nieuw beleid zijn precario voor boten (her)ingevoerd.
In 2022 wordt het terugdringen van gevaar en overlast van te hard varende boten een nieuw speerpunt. De handhaving van de regels voor het varen vergt een projectmatige aanpak. Met de politie worden gecoördineerde acties voorbereid. Registratie van boten is noodzakelijk om op te kunnen treden. Hierin moet tijd geïnvesteerd worden om het overzicht op te bouwen. Ook overlast van bootwrakken kan aangepakt worden wanneer registratie plaatsvindt. Er is een extra budget geraamd om de noodzakelijke externe kosten te dekken, hiermee kan op piekmomenten extra inzet van toezichthouders worden georganiseerd. Om de kosten te dekken, wordt precario voor het gebruik van gemeentewater (her)ingevoerd.
In de begroting is buiten precario geen ander nieuw beleid opgenomen. Vastgesteld beleid is het uitgangspunt, maar ook het toekomstbestendig begroten is een van de belangrijkste uitgangspunten. In de programma’s zijn de effecten beschreven.

Overzicht saldo verdeeld over de programma’s

De totaalbedragen die in het overzicht begrotingssaldo staan, zijn in onderstaande tabel verdeeld over de programma’s. Toelichting daarbij is bij de diverse programma’s opgenomen.

Bedragen * € 1.000

Rekening

Begroting

Begroting

Meerjarenraming

2020

2021

2022

2023

2024

2025

1

Algemeen bestuur

-2.206

-2.142

-2.080

-2.218

-2.141

-2.165

2

Integrale veiligheid

-1.212

-1.382

-1.325

-1.347

-1.357

-1.362

3

Ruimtelijk domein

-6.229

-7.237

-6.453

-6.060

-6.426

-6.562

4

Sociaal domein

-14.497

-12.037

-10.865

-10.651

-10.652

-10.635

5

Financiën

-4.645

-4.152

-5.420

-5.250

-5.342

-5.400

Totaal lasten

-28.789

-26.948

-26.143

-25.525

-25.919

-26.123

1

Algemeen bestuur

134

231

152

153

153

153

2

Integrale veiligheid

66

73

99

100

100

100

3

Ruimtelijk domein

3.391

4.196

3.815

3.578

3.624

3.675

4

Sociaal domein

5.705

3.100

2.346

2.370

2.370

2.370

5

Financiën

16.676

18.454

19.561

19.218

19.475

19.897

Totaal baten

25.971

26.053

25.972

25.419

25.722

26.195

Saldo voor mutaties reserves

-2.817

-895

-171

-106

-197

72

Toevoegingen reserves

-794

-160

0

-27

0

0

Onttrekkingen reserves

2.072

1.358

172

7

54

63

Saldo reserves

1.279

1.199

172

-20

54

63

Saldo na mutaties reserves

-1.539

304

1

-126

-143

135

Overzicht saldo conform de indeling 2022

Voor de vergelijkbaarheid vindt u in deze tabel de opbouw, zoals die vorig jaar is aangeboden. In bovenstaande tabel met het verloop in 2022 hebben we u in het proces meegenomen.

Bedragen * €1.000

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

Primaire begroting

-392

42

45

45

1e Berap 2021

-132

-133

-133

-133

2e Berap 2021

6

46

66

86

Tussentotaal

-518

-45

-22

-2

Begroting 2022 - 2025

Nieuw beleid

20

20

20

20

Bestaand beleid

-266

-500

-502

-701

Autonome ontwikkelingen

765

399

361

818

Totaal gevolgen begroting 2022 - 2025

519

-80

-121

137

Totaal

1

-126

-143

135

Ontwikkeling algemene reserve
In deze begroting heeft het college opnieuw aandacht geschonken aan instandhouding dan wel toename van de algemene reserve in de begrotingsperiode 2022-2025. Dit door een zo gunstig mogelijk begrotingssaldo te effectueren, maar ook door in de komende begrotingsperiode geen uitnamen uit de algemene reserve voor intensivering van bestaand of nieuw beleid aan uw raad voor te stellen.
In de paragraaf weerstandsvermogen is te zien dat de algemene reserve onder druk staat. Het college benadrukt met klem het belang van instandhouding c.q. toename van de algemene reserve als buffer voor het opvangen budgetoverschrijdingen en als fundament voor de solvabiliteit (kredietwaardigheid) van de gemeente, namelijk het vermogen om aan de financiële verplichtingen te kunnen blijven voldoen.

Investeringen 2022-2025
Uw raad heeft voor de begrotingsjaren 2021 tot en met 2024 besloten om een kapitaallastenlimiet van 300.000,- in te stellen. Op basis van dit limiet heeft uw raad op 25-3-2021 de MIP 2021-2024 vastgesteld.  Bij vaststelling van de MIP heeft uw raad ook besloten om een reserve in te stellen, waardoor er ruimte ontstaat om flexibeler te handelen. Het is immers niet mogelijk om ieder jaar exact op de vastgestelde kapitaallastenlimiet uit te komen.
Om binnen de limiet te blijven zijn er meerdere projecten naar achteren geschoven. Zoals toen ook al aan uw raad gemeld is, is het hanteren van deze limiet geen toekomstbestendige oplossing. Het doorschuiven van projecten betekent dat noodzakelijk werk wordt doorgeschoven waarbij de risico’s alleen maar toenemen. Voor de jaren 2022-2025 is de verwachting dat we uitkomen met de jaarlijkse kapitaallasten van 300.000,- en de schommelingen kunnen opvangen door de door uw raad ingestelde reserve. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de reserve ultimo 2025 leeg zal zijn. 

Deze pagina is gebouwd op 11/11/2021 17:11:01 met de export van 11/11/2021 17:01:58